De Russisch-Orthodoxe Kerk van de Heilige Maria Magdalena vindt haar oorsprong in het huwelijk van grootvorstin Anna Paulowna (1795-1895) met Willem Frederik George Lodewijk Prins van Oranje, de latere Koning Willem II (1792-1849), dat in 1816 werd gesloten in St. Petersburg. Het is daarmee de oudste nog actieve Russisch-orthodoxe kerk in Nederland. De traditie wilde dat de grootvorstinnen van het geslacht Romanov ook na hun huwelijk hun orthodoxie trouw bleven, om aan te geven dat men zonder meer gelijktijdig tot verschillende kerkgenootschappen kon behoren. De inrichting van een kapel, die de uitoefening van de orthodoxe eredienst mogelijk moest maken, behoorde dan ook tot de bruidsschat van de grootvorstinnen.

De bruidsschat moest er voor zorgen dat de dochters op waardige wijze konden leven in hun nieuwe vaderland, maar diende ook om de macht van de tsaren en het Russische rijk uit te dragen. Zo behoorden o.a. iconen, een iconostase, schitterend heilig vaatwerk, een rijk gedecoreerde garderobe voor de priester tot Anna’s bruidschat. Ook een complete religieuze bibliotheek met bijbels, liturgische- en gezangboeken, uitgegeven door de synode in St. Petersburg, kwamen vanuit Rusland naar De Nederlanden.

Het orthodoxe geloof speelde een grote rol in het leven van Koningin Anna Paulowna. In al haar paleizen was er dan ook een kapel ingericht, soms met een vaste iconostase met bladgouden versieringen, die geplaatst was in een tot kapel dienend vertrek zoals in het paleis van de Prins van Oranje te Brussel en het paleis Kneuterdijk in Den Haag. De beschermheilige van de Kapel van Anna Paulowna was Maria Magdalena.

In het Haagse paleis Kneuterdijk lag de kapel recht onder de koepel, waarbij een vaste iconostase met een balustrade ervoor de ruimte in tweeën deelde. De interieurs van de kapellen van Anna hadden alle een Italiaanse inslag. In de 18e en 19e eeuw domineerde net als in de kunst en architectuur het classicisme en de barok. De laatste jaren is er sprake van een terugkeer naar de byzantijnse stijl.

Op paleis Soestdijk bevond de kapel zich in een paviljoen in het park. Wanneer Anna daar haar zomers doorbracht werd de éénvoudige wand voorzien van de iconen uit de kapel van paleis Kneuterdijk. Na de dood van Koning Willem II vestigde Anna zich op paleis Buitenrust op het landgoed Sorgvliet. Op het ernaast gelegen huis Rustenburg dat Willem II in 1847 had gekocht, richtte Anna een Kapel in met de eenvoudig verplaatsbare veld-iconostase van haar broer Tsaar Alexander I. Deze iconostase, één van de vier veld-iconostases van Tsaar Alexander I, was een soort kamerscherm, dat al dienst had gedaan in Brussel. De inrichting van deze kapel waarin ook de iconen uit de kapellen van de paleizen te Brussel en Kneuterdijk een plaats hadden gekregen, is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven en dient nog steeds voor de uitoefening van de orthodoxe eredienst in onze kerk.

Na het overlijden van Anna is het beheer van het orthodoxe kapel overgegaan in handen van de Russische legatie. Anna had in haar testament een artikel laten op nemen over de toekomst van haar kapel:“Article 8 dispositions relatives à ma chapelle et à ma sépulture. Il a toujours été d’usage qu’il a eu une Eglise du rit Greco-Russe près de la tombe des Grandes-Duchesses de Russie mortes et ensevelies à l’étranger. C’est donc dans la chapelle qui restera après moi dans les Pays-Bas, que je désire que soient conservés les vases sacrés et autres objecs destinés au culte divin, de même que les chasubles, sans en pouvoir jamais rien distraire, ni considérer comme objets d’héritage.”

Toen Rustenburg plaats moest maken voor het Vredespaleis zou er een Russisch-Orthodoxe kapel op een stuk grond naast het Vredespaleis, aan de Carnegielaan, gebouwd worden. De kapel werd tijdelijk ondergebracht in een huurpand aan de Bazarstraat 9 op de hoek van de De Ruyterstraat. Na de revolutie werd duidelijk dat er geen middelen voor de bouw meer uit Rusland te verwachten waren en raakte de kas van de legatie leeg. De bouwgrond was op 15 mei 1922 verkocht en van de opbrengst werd op 13 april 1922 een huis aan de Sweelinckstraat 54 gekocht. De kapel kreeg een plaats op de eerste etage van de pastorie. Op de bovenetages werd het gezin van aartspriester Alexis Rosanoff ondergebracht. Na diens overlijden werd de verantwoordelijkheid van de parochie door monnik Dyonissios op zich genomen. In die tijd bleek het mogelijk het pand aan de Obrechtstraat, door de achtertuin verbonden met de pastorie, te verbouwen tot kapel. De eerste steenlegging van ons huidige kerkgebouw vond plaats op 9 juni 1937.

Zo vond de veldkerk van Tsaar Alexander I, die vele jaren had gefunctioneerd in de intimiteit van Anna’s paleizen nu dan uiteindelijk een meer publieke plek, een kerkgebouw met koepelgewelf en verhoogde altaarruimte met op het dak een vergulde koepel met kruis, bescheiden van omvang maar duidelijk herkenbaar als de plek waar de orthodoxe gelovigen zich thuis en welkom voelen.

Vanuit dit Russische kerkje heeft de orthodoxie zich na de Tweede Wereldoorlog over Nederland verspreid. Vandaag de dag zijn er ca. 30 Russisch-Orthodoxe parochies en kloosters in Nederland, waarvan vele spirituele banden met de traditie van Anna Paulowna hebben.